Op deze pagina laat ik een aantal dromen zien die belangrijk zijn geweest in mijn leven. Ze hebben laten zien waar ik vast zat, wat belangrijke thema’s waren en waar een uitgang te vinden was. Door de jaren heen veranderen dromen; er zit ontwikkeling in. Gelukkig maar!
Dromen uit mijn jeugd
In mijn jeugd had ik regelmatig dromen waarin ik vergeten was me aan te kleden. Ik liep bloot of in pyjama naar school. Ik had dat niet direct in de gaten, maar op een gegeven ogenblik wel. Vol schaamte werd ik dan wakker.
in die tijd was het zo dat schaamte een groot deel van mijn leven bepaalde. Ik verstopte me, durfde me niet te laten zien. Ik bedekte mezelf opdat niemand mij zag; opdat niemand zag dat ik er was. Kennelijk ervoer ik de wereld als gevaarlijk en was het nodig om mij te verstoppen.
Een nachtmerrie uit een heel moeilijke periode in mijn leven
Ik zit in zo’n karretje op de achtbaan. Het karretje rijdt razendsnel over alle bochten. Het is een echte roler-coaster. Door de snelheid vliegt het karretje de achtbaan af, de lucht in. In de lucht draait het zich om. Ik hang in het karretje en klem me met handen en voeten vast aan de randen; m’n gezicht naar beneden gericht. Ik houd het bijna niet meer vol, ik moet loslaten, maar ik durf niet want dan val ik te pletter. Onder me zie ik de zee, maar daar zijn ook allemaal puntige rotsen. Ik klem me wanhopig vast. Wakker.
Die periode in mij leven was voor mij een emotionele roler-coaster. Het was een periode waarin ik me krampachtig vasthield aan een relatie die onleefbaar was. Maar ik durfde niet weg te gaan, want dan zou alles instorten. (Dan zou ik te pletter vallen en bleef er niets van me over). Onder me is wel de zee, het zou een vrij zachte landing kunnen worden, maar ik durfde niet. Ik hield me nog liever vast aan die relatie, dat karretje dat door de lucht vloog en sowieso te pletter zou vallen. Een helder voorbeeld van hoe destructief zo’n overlevingsmechanisme is.
Een krachtige droom, zo’n vijf jaar later
Ik ben de Koning van China
Er komen dienaren naar mij toe, ministers (het zijn boeddhistische monniken), die mij zeggen dat ik iets moet doen aan de perikelen in de periferie van mijn rijk. Ik zeg tegen ze dat ik dat niet ga doen: het is niet de moeite waard.
De dienaren blijven mij overtuigen, maar ik houd stand. Dan zeggen ze: “We gaan het zelf wel doen!”
Ik sta dan in het midden van mijn rijk en kan het helemaal overzien. Ik zie de monniken in de periferie op fietsjes, met wapperende oranje gewaden achter de perikelen aan gaan. Die perikelen zijn opgestapelde blokjes. Als de monniken dichtbij komen, vallen ze uit elkaar, maar achter hun ruggen stapelen ze zich gewoon weer op.
Ik heb moeite om in het midden van mijn rijk te blijven staan. Voel me aangetrokken om me te bemoeien met wat die monniken doen, maar ik doe het niet.
Dan komen ze terug. Ze zeggen tegen me: “U had gelijk. Het was niet de moeite waard.” En dan geven ze me een houten schaal met daarin verse groeten. Worteltjes en broccoli. Ik neem de schaal vriendelijk aan.
Deze droom liet mij zien waar het in mijn leven en ik denk ik ieders leven, om gaat. Je niet laten leiden door de gebeurtenissen om je heen. Die veranderen steeds; er is niets aan te doen. In de wereld is er altijd wat gaande. Het gaat erom dat je in ‘je midden’ blijft staan, in je centrum, van waaruit je kunt overzien en van waaruit je je kunt verhouden tot welke gebeurtenis in je leven, tot wat er dan ook gaande is in de wereld dan ook. Overlevingsstrategieën, afweren zullen ons vaak verleiden om toch te handelen alsof er niets anders op zit. En tegelijkertijd zijn die overlevingsstrategieën niet slecht. Ze zijn er, maar ze hebben hun functie gehad. Ze zijn niet meer nodig. Toen we klein waren hebben ze ons geholpen. Een prinsje heeft hulp en raad nodig. Maar eenmaal Koning gaat het erom je eigen beslissingen te nemen, je eigen verantwoordelijkheid, op basis van wat goed is, waar en schoon.
Deze droom is sindsdien richtsnoer in mijn leven geworden en is een metafoor voor van waaruit ik met cliënten werk.